Hehe, eindelijk een vrije dag om van te genieten, het is bewolkt en het regent een beetje, je kan de herfst eindelijk ruiken en al het stof wordt weggewassen!!
Tijd om aan mijn tuin te denken, want JA ik blijf thuis deze winter, thuis in Kreta, bij mijn kinderen, in mijn huis met tuin, ik kan eindelijk weer eens groenten kweken en appelsienen oogsten, heerlijk.
Ik had er zoveel zin in vandaag dat ik naar de ‘boerewinkel’ in het dorp gegaan ben en mijn eerste plantjes gekocht heb.
Broccoli, bloemkool, slaatjes, peterselie, rode biet, selder en venkel.
Daar is natuurlijk niets raars aan, alleen is mijn tuin nog niet klaar….. Maar voor alles is een oplossing, kijk maar.
Ik had nog veel waterflessen liggen, daar heb ik potjes van gemaakt en de plantjes verplant zodat ze al een beetje meer ‘voetruimte’ hebben voor ze de grond ingaan.
Zo kunnen ze nog een week of twee op mijn balkon in het zonnetje staan totdat de tuin klaar is.
Alleen zal ik de slaatjes binnen moeten zetten, anders zijn ze morgen allemaal opgegeten door de slakken ☹️, eens ze groter zijn mogen ze ook naar buiten. Natuurlijk staan ze in de tuin ook blootgesteld aan slakken maar dan strooi ik as rond de plantjes, slakken houden daar niet van en blijven uit de buurt.
Wat is hier nu precies gebeurt? Veel eigenlijk, het is niet alleen een melaatsen kolonie geweest (van 1903 tot 1957) maar zoals je bovenstaande foto kan zien werden er ook vestingen en bastionnen op dit eilandje gebouwd. Wat je nu nog aan fortificaties kan zien op het eiland werd gebouwd door de Venetianen, die hebben Kreta van 1204 tot 1669 bezet. Voor de Venetianen werden hier ook tijdens de Antieke periode fortificaties gebouwd ergens rond de 1e eeuw (niemand kan het precies zeggen), hoogstwaarschijnlijk om de nu verzonken stad Olous te beschermen.
De Venetianen zijn tijdens de 16e eeuw begonnen met het bouwen van deze fortificaties en dat om dit gedeelte van Kreta te beschermen tegen aanvallen van piraten en de Ottomanen. Er verbleven zo’n 200 soldaten op het eiland, die woonden in de barakken die er voor hen gebouwd werden. Aangezien Spinalonga een droog eiland is werden er ook waterciternes gebouwd. Op het einde van de Venetiaanse bezetting werd er ook een katholieke kerk gebouwd.
In 1669 namen de Ottomanen Kreta in, maar niet Spinalonga, omdat dat te sterk was, het was in 1715, na veel mislukte aanvallen dat de Ottomanen Spinalonga innamen dmv een contract. Zij hebben dan het dorp gebouwd waarin de melaatsen daarna verbleven. Een dorp waar ongeveer 900 Ottomanen woonden. Er werden ook extra waterciternes gebouwd en een moskee (die stond op de plaats waar voor de melaatsen het hospitaal gebouwd werd). De Ottomanen leefden hier van de zoutwinning. Aangezien er toen nog geen electriciteit was op Kreta was er een grote nood aan zout zodanig dat voedsel voor langere tijd bewaard kon worden. Ook vandaag kan je nog de zoutontwinningsplaatsen zien in de Mirabello baai. Spinalonga was een van de weinig plaatsen op Kreta waar alleen Ottomanen leefden en waar er zo’n succesvolle handel was, vandaar dat het eiland zo dichtbevolkt was. Tijdens je wandeling op het eiland kan je ook in de ruines van de Ottomaanse huizen zien dat sommige van die huizen grote herenhuizen waren.
In 1898 wordt Kreta van de Ottomanen bevrijd met hulp van de 4 grootmachten van die tijd, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië en Rusland. Spinalonga kon niet bevrijd worden aangezien het nog altijd heel goed versterkt was.
Toendertijd leefden ongeveer 200 melaatsen op het eiland Kreta, deze mensen hadden geen rechten, ze waren verplicht in barakken te leven die de Kretenzische staat voor hen gebouwd had in de bergen ver van de dorpen en steden. Aangezien het voor hen verboden was naar de dorpen of steden te gaan kregen ze van de staat 1 maaltijd per dag en dat was alles. Ze hadden ook het recht niet om te trouwen of te werken. U kan zich dus voorstellen dat deze mensen toch naar de dorpen en steden gingen om hun familie te zien of om te bedelen. De Kretenzische staat wou dit niet meer dus in het begin van de 20ste eeuw besloot de staat om de melaatsen samen te brengen op 1 plaats en om voor hen te zorgen. Na een aantal opties bekeken te hebben werd er besloten de melaatsen naar het eiland Spinalonga te brengen, dat nog steeds in handen was van de Ottomanen.
Dit was voor de staat de beste oplossing want, ten eerste stonden op het eiland al huizen, waardoor die niet meer door de staat gebouwd moesten worden en ten tweede waren ze zeker dat door deze daad de Ottomanen (die de laatsten waren die nog in Griekenland leefden) het eiland zouden verlaten. Wat ook gebeurde toen in december 1903 de eerste melaatsen naar Spinalonga gebracht werden.
Nu, aangezien de staat gezegd had dat ze voor de melaatsen zouden zorgen werden er vanaf dag 1 ook een arts, verpleegsters en huisvrouwen naar het eiland gebracht. Dat waren gezonde mensen die op het eiland wilden werken en die er ook door de staat voor werden betaald. Maar aangezien ze de ziekte niet hadden mochten ze niet op het eiland overnachten, ze gingen dus elke avond van het eiland af en voor ze dat deden moesten ze eerst naar de desinfectie zaal, waar een stoomketel stond. De spullen die ze meenamen van Spinalonga moesten eerst gedesinfecteerd worden in de stoomketel en de mensen zelf moesten zich ook wassen met desinfectiezeep om daarna het eiland te moeten verlaten. Dat deden ze dus elke dag weer.
de stoomketel
de desinfectiezaal
De melaatsen werden dus weggehaald uit hun barakken, ze werden geketend en naar het dorpje Plaka gebracht, daar werden ze in een bootje gezet om naar Spinalonga gebracht te worden. Eens op Spinalonga werden de ketens afgedaan en daar stonden ze dan, op een klein eilandje waar geen waterbron was en dus ook geen drinkwater en waar ze niet vanaf konden. Ze wisten dat ze hun familie en vrienden nooit meer terug zouden zien want bezoek mochten ze niet hebben, en dat ze voor de rest van hun leven daar zouden moeten blijven. Hier zouden ze verplicht tot het einde van hun leven moeten blijven, ver van het leven dat ze tot nu toe hadden. Ook kinderen werden weggehaald bij hun ouders om alleen naar het eiland gebracht te worden.
De meeste melaatsen waren boeren en herders, die waren analfabeet want ze moesten van kindsaf thuis helpen. Die mensen moesten dus een nieuw leven starten, in een nieuwe samenleving van zieken, met hun beperkingen en de pijn die ze hadden. Ze kregen natuurlijk wel hulp van de huisvrouwen en het verplegend personeel, en van de staat kregen ze een uitkering die net genoeg was om te overleven, maar toch was het heel moeilijk overleven tijdens die eerste jaren op Spinalonga.
In het dorp Plaka was 1 persoon verantwoordelijk voor het overbrengen van de melaatsen, hun proviand en het personeel, hij was ook de enige die brieven of nieuws meebracht.
Als iemand op Kreta, en later ook in Griekenland, de diagnose van melaatsheid kreeg bij een arts dan moest de arts de politie verwittigen, die kwam dan naar de artsenpraktijk, ketende de betreffende persoon en nam die mee naar zijn huis waar hij de tijd kreeg om een paar spullen mee te nemen voordat hij ook naar Plaka gebracht werd om overgezet te worden. Ook kinderen werden zo bij hun familie weggehaald, gelukkig werden die goed opgevangen door de melaatsen zelf die na tijdje inzagen dat ze alleen door elkaar te steunen hun leven draagbaarder konden maken.
In 1913 wordt Kreta bij Griekenland gevoegd waardoor ook melaatsen van het vasteland naar Spinalonga gebracht werden. Tussen hen bevonden zich ook geschoolde melaatsen die het leven op het eiland veranderden door bijvoorbeeld winkels te openen op het eiland, een bakkerij, een slagerij, een kruidenierswinkel en een café. Deze werden door de melaatsen welf opengehouden. De melaatsen konden nu al eens naar het café’tje gaan, of boodschappen gaan doen, wat toch al weer een andere sfeer met zich meebracht op het eiland, dat er steeds meer als een dorpsgemeenschap ging uitzien. Ook was er toen een schooltje voor de melaatse kinderen.
In 1918 werd het hospitaal gebouwd, op de plaats waar de Turkse moskee stond. De arts stond erop dat er een hospitaal was op het eiland zodat hij de amputaties die hij bij de melaatsen moest doen, in het hospitaal kon uitvoeren en niet meer bij de mensen thuis. In dit hospitaal werd ook medicatie getest en dit op melaatsen. Tijdens die periode werd er naar medicatie gezocht voor melaatsheid en als er een nieuwe formule uitkwam dan werd aan de melaatsen gevraagd of ze die wilden testen. De melaatsen die zich hiervoor aanmeldden werden eerst door de arts onderzocht en op diegene die goedgekeurd werden, werd het medicament getest. Sommige medicamenten brachten geen verandering in de toestand van de melaatsen, andere medicamenten waren fataal voor de melaatsen.
Het gebouw helemaal boven was het hospitaal, dit is te bereiken via een trap naast de kerk.
Het was echter maar vanaf 1936 dat het leven op Spinalonga echt veranderde, toen de jongeman Epaminondas Remoundakis uit vrije wil naar het eiland ging.
Sommigen zeggen dat hij de ziekte al had vanaf zijn twaalfde leeftijd, maar aangezien hij bang was om naar Spinalonga te gaan verstopte hij zich voor de authoriteiten en wou hij niet naar de dokter gaan. In 1931 verliet hij Kreta om naar Athene te gaan waar niemand hem kende en waar hij ook minder opviel. Daar studeerde hij rechten aan de universiteit, nog steeds zonder dat iemand zijn ziekte herkend had. In 1936 echter werd bij zijn zus de ziekte geconstateerd en ze werd naar het eiland gebracht. Toen Epaminondas dat te horen kreeg besloot hij om zelf ook naar Spinalonga te gaan want hij wou niet dat zijn zus alleen op dat vreselijke eiland zou zijn.
Toen hij naar het eiland ging zat hij in zijn derde jaar rechten aan de universiteit en toen hij aankwam op Spinalonga en zag in wat voor omstandigheden de melaatsen daar moesten leven besloot hij om daar onmiddellijk verandering in te brengen. Hij organiseerde verkiezingen op het eiland zodanig dat de gemeenschap een burgemeester had, deze kon zich dan tot de staat richten en zorgen voor verbeteringen. Het eerste wat gevraagd werd was om een hogere uitkering te krijgen, want wat ze tot dan toe kregen was maar net genoeg om te overleven. Toen dit niet werd goedgekeurd dreigden de melaatsen (die nu beter georganiseerd waren) om in groep het eiland te verlaten en zich weer op Kreta te vestigen. Onmiddellijk daarna werd hun verzoek ingewilligd, als ook andere verzoeken zoals het recht hebben om te trouwen op het eiland en het recht op bezoek. Nieuwe wetten werden gemaakt waardoor de melaatsen een bijna normaal leven konden leiden.
Er werd door de arts ook gevraagd om elektriciteit te hebben, toendertijd hadden alleen de grote steden op Kreta elektriciteit, in alle dorpen moest nog kaarslicht gebruikt worden. Toch werd er op Spinalonga een generator gebouwd die het eiland voorzag van stroom en dat heeft de melaatsen moed en hoop gegeven. Want voor het eerst in hun leven hadden ze iets dat de anderen (de gezonde mensen) niet hadden, ze hadden stroom!! Ze konden via een transistor radiootje naar muziek en naar het nieuws luisteren, ze hadden licht in huis met een draai aan een schakelaar, ze huurden af en toe een film en er kwam ook een beetje cultuur en verrijking in hun leven.
Tijdens de tweede wereldoorlog hebben de melaatsen geen last gehad van aanvallen of bezettingen op Spinalonga, het voedsel werd wel schaarser maar volgens overleveringen hebben Duitse soldaten hun eigen rantsoen naar het eiland gebracht.
Een jaar later, in 1945 wordt er eindelijk een doeltreffend medicament gevonden voor deze ziekte. Dapsone is de naam, dit medicament bevat verschillende substanites waaronder ook peniceline. Vanaf de jaren 50 is Dapson ook te verkrijgen op Spinalonga. Veel melaatsen staan in het begin een beetje sceptisch tegenover deze nieuwe medicatie maar als ze zien dat de melaatsen die dit medicament uitproberen inderdaad genezen wil al snel iedereen het medicament innemen.
De therapie duurt tenminste 6 maanden en eens de melaatsen genezen zijn mogen ze het eiland verlaten. Voordat ze dit doen krijgen ze van de arts een document waarin staat dat ze de ziekte niet meer hebben, dat ze geen gevaar meer zijn voor anderen en dat ze mogen gaan en staan waar ze willen. Zo verlaten de eerste melaatsen het eiland en gaan terug naar hun familie. Tegen het jaar 1957 zijn de meeste melaatsen gezond en zo loopt het eiland langzaam leeg. De Griekse staat beslist de melaatsen kolonie te sluiten en de melaatsen die nog niet genezen zijn worden naar het Sint Barbara hospitaal in Athene gebracht, samen met de inwoners van het eiland die op het eiland geboren waren.
Begin de jaren 70 bezoeken de eerste toeristen Spinalonga en worden de gebouwen langzaamaan gerestaureerd.
Na het lezen van verschillende boeken over het eiland waaronder getuigenissen van mensen die op Spinalonga geboren waren en informatie uit lezingen over het eiland ben ik tot dit verhaal gekomen. Alhoewel dit nog niet zo lang geleden gebeurd is kunnen deskundigen het nog altijd niet eens worden over verschillende feiten en dat hoofdzakelijk doordat maar heel weinig geschreven bronnen over die tijd teruggevonden zijn.
Tijdens het zomerseizoen April t.e.m. Oktober varen er elke dag boten naar Spinalonga en dit vanuit Agios Nikolaos, Elounda en Plaka. De prijzen van die boten verschillen naargelang hun vertrek haven alsook de grote van de boot.
Aangezien Spinalonga een Archeologische Site is moet er ingangsgeld betaald worden, dat bedraagt 8€ per persoon, jongeren onder de 18 en studenten met een studentenkaart van de EU hebben gratis ingang, 65+ van de EU betalen 4€. Mindervaliden met een mindervaliden kaart hebben ook gratis ingang.